Nieuw ankertje

‘Waar moet je eigenlijk naar toe, mam?’ Oh ja, shit… kinderen. Die vragen stellen. En nooit willen weten hoe het met je gaat. Of waar je naartoe gaat. Behalve als je het liever voor jezelf houdt, zoals nu dus. ‘Ik moet even naar de dokter’, mompel ik. ‘Waarom dan? Wat heb je dan? Ben je ziek of zo?’ Waarom juist nu die interesse? ‘Nee, niet ziek nee. Nou ja, eh, weet je… ach, jullie zijn groot genoeg ook. De dokter gaat ervoor zorgen dat jullie geen broertje of zusje meer krijgen…’

zoon: ‘Gááátver! Mam! Moet je gewoon niet meer met papa seksen.’
dochter: ‘Seks? IEUW! Zullen we het ergens anders over hebben?’
zoon: ‘Papa kan toch ook zorgen dat er geen sperma meer uitkomt bij hem?
dochter: ‘HOU OP! BÈH. Sperma… wat is dat eigenlijk?’
zoon: ‘Seks, seks, seks, sperma, sperma, sperma… hahaha!’
dochter: ‘IEUWWWW!’

Gelukkig moet ik weg. Dus sla ik midden in deze interessante discussie de voordeur met een klap achter mij dicht. Met in mijn tas een schone onderbroek, een inlegkruisje en een grote doos. Een hele grote doos. Een shocking grote doos. Waar, om alles nog enigszins in het juiste perspectief te plaatsen, een op ware grootte getekend ankertje van hooguit drie centimeter op staat. Een schrale troost, het leed is zeg maar bij het ophalen van de doos reeds geschied. Toch gaat dat ene ankertje, om het even plastisch te benoemen, binnen nu en een half uur van die grote doos in mijn eigen doos. Om mij de komende vijf jaar te behoeden voor nog meer nieuwsgierig kindvolk. Met als bijkomend voordeel, dat ik de komende vijf jaar weer gevrijwaard ben van maandverband en tampons.

Een en al voordeel. Toch ben ik best gespannen. Het idee dat iemand anders dan ikzelf of mijn man mij daar beneden gaat betasten, sterker nog: met een metalen eendenbek gaat penetreren, staat me niet aan. Dat idee van mijn zoon, daar moeten we het over vijf jaar maar eens over hebben. En nee, dan bedoel ik niet het niet-meer-seksen-idee.

In de week voor de vorige spiraal werd geplaatst, heb ik op internet rondgestruind. Niet slim, want het blijkt dat er toch nog aardig wat vrouwen rondlopen waar het plaatsen behoorlijk pijn deed. Dat dit vooral de jonge meisjes zijn die nog nooit gebaard hebben, daar lees je na het woord ‘pijn’ pardoes overheen. Sowieso zijn dergelijke fora niet goed voor je. Bij een negatieve ervaring plaatst iedereen spontaan in een reactie haar eigen sores. In geuren en kleuren, vol details waar je niet op zit te wachten. Als een soort ‘gedeelde smart is halve smart’. Nu ben ik de laatste die je tegenhoudt om al je frustratie en pijn eens heerlijk van je af te schrijven, in dit blog doe ik per slot van rekening niets anders. Maar het montert je niet op.

Groggy van de twee paracetamol die me geadviseerd is vooraf in te nemen, stap ik in de auto om vijf minuten later bij de huisarts te arriveren. Natuurlijk had ik ook kunnen fietsen maar het idee dat ik dan op de terugweg op een zadel moet zitten? No way. Na tien minuten zenuwachtig door tijdschriften te hebben gebladerd in de wachtkamer, komt de huisarts naar me toe. Er is een dubbele afspraak gemaakt waardoor de ruimte bezet is. Of ik nog een kwartiertje geduld heb? Nee hoor, geen probleem. Maak ik me nog een kwartiertje langer sappel…

Eindelijk ‘mag’ ik. Ik overhandig de grote doos aan de huisarts. ‘Groot? Ja, maar niet groter dan de vorige keer. Er zit vooral veel lucht in. En een apparaat om het spiraal te plaatsen maar die laat ik daar echt niet achter, hoor.’ Lachend wijst ze nog op het ankertje op ware grootte. ‘Dat is alles. Valt mee, toch?’ Heerlijk ontnuchterend. Ja, ze heeft gelijk. Zo ontspannen mogelijk als de situatie het toelaat, ga ik liggen.


… [oeps]
… ‘zo, dat was de oude’

… ’nu de nieuwe erin’
… [au?]
… ‘nog even controleren…’

… ‘Kleed je maar weer aan hoor, het is klaar.’

Dat was het? Klaar? ‘Ik zie je over drie weken terug voor een kleine nacontrole. En nu? Lekker naar huis. Laat je maar verwennen met een lekker kopje thee of zo. Je man en kinderen hoeven niet te weten dat het allemaal best meevalt, toch? Laten ze je vandaag maar lekker vertroetelen.’

Ik heb haar tip ter harte genomen en ben heerlijk thuis op de bank gaan liggen. ‘Mam, deed het pijn? Die prik?’ Ik schud zachtjes mijn hoofd. ‘Waar ben je eigenlijk geprikt, in je arm? Of in je been?’ Ik kijk mijn zoon aan. ‘Wil je het echt weten?’

‘Neuh, ik geloof het eigenlijk niet. Wil je nog een kopje thee, mam?’


Blogs automatisch in je mailbox? Laat dan hier je mailadres achter:


 

Box-eten
Eigen paard

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *