Sergio

Ze loopt een beetje onwennig op haar hoge hakken. Ze vervloekt zichzelf, ze had toch meer op zitcomfort dan op prijs moeten selecteren. Gelukkig heeft ze houvast; haar arm heeft ze stevig door de arm van Ferry gehaakt. Ze kijkt even naar hem. Hij is speciaal voor vanavond naar de kapper geweest. Het was even wennen, zo zonder zijn vertrouwde staartje, maar het staat hem… keurig. Of braaf. Ja braaf, dat is het woord. Vooral nu hij voor de gelegenheid zijn asblonde lok met gel op zijn hoofd heeft geplakt. Liefdevol kijkt ze naar het krulletje in zijn nek, dat aan de pot gel is ontsnapt. Hij lijkt wel een beetje op zo’n rechtenstudent die ze zo af en toe aan haar kassa krijgt. Van zijn gezicht had ze afgelezen dat hij het geen compliment vond, toen ze hem dat net in de auto richting Cadzand in zijn oor had gefluisterd. Al was haar opmerking nog complimenteus vergeleken met wat zijn collega’s van de week allemaal over zijn nieuwe haardracht hadden geroepen.
“Jezus, Car, moet dat nou echt? Als ik dat pak van die ouwe aandoe, zie ik er toch tiptop genoeg uit?”
Maar ze had zich niet laten vermurwen en hem afgelopen weekend, hop, naar de Cosmo gestuurd. Zelf was ze in de tussentijd de Action ingerend, en had daar bretels gevonden om in ieder geval de broek op zijn plaats te houden. Het jasje zou hij aan moeten houden, als hij de gouden kerststerren op het rode elastiek wilde verbloemen. Net als de stropdas; die gele vlekken in de boord van het overhemd had ze er zelfs na drie keer wassen niet uitgekregen. Ze glimlacht besmuikt als ze naar zijn afgetrapte sneakers kijkt. Nee, in nette schoenen had ze hem echt niet weten te krijgen.
Ze bekijkt hem nog eens goed. Door de bril van de liefde ziet hij eruit om op te vreten. Ze geeft een bemoedigend kneepje in zijn arm waarop hij geschrokken met zijn vrije hand de voorkant van haar jas pakt.
“Kijk je wel uit op die palen van je? Ik ga niet met je mee naar het ziekenhuis hoor. De koekoek dat ik nog een keer vijf maanden op die wachtlijst ga staan… Dit is echt eens en nooit weer, hoor.”

Elke keer dat ze samen bij de MacDonalds of de FEBO zaten, al sinds ze met elkaar waren gaan verkeren, had ze hem van boven haar Big Mac verleidelijk aangekeken.
“Hou je van me?”
“Tuurlijk.”
“Nee, hou je echt van me?”
“Jaha, dat zeg ik toch.”
“Ik weet het niet hoor…”
“Wat nou… ik zeg toch dat ik van je hou of niet soms.”
“Als je echt van me houdt, dan…”
“Dan wát?”
“Als je echt, echt, écht van me houdt, dan neem je mij een keer mee naar Oud Sluis.”
Het was een grap natuurlijk, dat zouden ze zich nooit kunnen veroorloven. Maar wat ze niet wist, was dat hij al ruim een jaar lang elke maand opzij had gelegd wat hij kon missen. En als het een dure maand was, had hij wat extra saffies gebietst bij zijn maten en zo een pakje shag uitgespaard.

Waarom Oud Sluis? Ze had het zich vaak afgevraagd. Een lekkerbek was ze nou niet bepaald. Je maakte haar net zo blij met een cheeseburger van de Mac of een patatje oorlog bij de snackbar om de hoek. Toen Oud Sluis de deuren sloot, was haar fascinatie om in Zeeland sterren te gaan eten gek genoeg nog niet verdwenen. Van Sluis naar Cadzand, Pure-C, dat moest het dan maar worden. Dat het alles te maken had met het idee dat Sergio Herman voor haar zou koken, met zijn licht-ontvlambare karakter en doordringende blauwe ogen, was godzijdank niet bij Ferry doorgedrongen. En dat zou ze hem ook nooit of te nimmer vertellen. Ze keek wel uit. Ergens deed Ferry haar wel een beetje denken aan Sergio. Dat rechtvaardigde het feit dat ze hier vanavond waren. Al was het maar een heel klein beetje.

“Het was geen gebbetje van je toch? Je vindt het wel echt leuk om hier te zitten, hè. Ik heb me er de tering voor gewerkt.”
Geïmponeerd door al die chique mensen zakt Fer steeds verder onderuit in zijn stoel. Hij schiet overeind als een ober een amuse op een bord met grootheidswaanzin voor hem neerzet.
“De eerste van uw zeven gangen. Gerookte heekfilet met een dashigelei, tofucrème, een huisgemaakte misovla, wat gemarineerde plakjes radijs en ingemaakte schorseneren. De wijn die erbij wordt geserveerd is van Henschke Tilly’s Vineyard. Het is een mix van Semillon, Chardonnay en Sauvignon Blanc, die het lichte zuurtje uit de gelei fantastisch tot zijn recht laten komen. De wijn komt van een biologische wijnboerderij uit het zuiden van Australië. Als u nog vragen heeft? Nee? Dan wens ik u smakelijk eten.”
“Heeft u er mayo bij?”
De ober draait zich om. “Pardon?”
Onder tafel geeft ze Ferry een schop tegen zijn enkels. “Mijn vriend vroeg zich af Sergio Herman dit lekkers voor ons heeft klaargemaakt.”
“Oh, aha. Dan moet ik u teleurstellen. Meneer Herman is in zijn restaurant in Antwerpen. De chefkok van vandaag is Syrco Bakker. Nogmaals, laat het u smaken.”

Het is of de wereld onder haar voeten wegzakt. Sergio? Niet hier? Ze staart naar de vlekjes en dotjes voedsel voor zich en schuift het bord dan boos van zich af.
“De tering, wat een afzetters hier. Zelfs met zeven van deze nepporties krijg ik mijn maag niet gevuld. Moet je daar echt zoveel voor betalen? En misschien had ik er even bij moeten zeggen dat ik helemaal geen vis blief. Kijk nou eens rond, wat een ballentent is dit eigenlijk, vind je niet?”
Ferry kijkt haar bevreemd aan, zijn lepel halverwege het bord en zijn mond.
“We gaan op zoek naar je mayo.”
Ze schopt resoluut haar hakken uit. Uit haar tas haalt ze een paar flatjes. De hakken laat ze liggen. Geef die maar aan Ellemieke, denkt ze nors.
“Kom. Fer, we gaan hier weg.”
Resoluut staat ze op, neemt Ferry bij de arm en negeert de verontwaardigde blikken van de duur-ogende gasten. Nog voor het personeel het in de gaten heeft, staan ze in de buitenlucht.

Vanaf de andere kant van het formica tafeltje veegt ze met een vinger het gele dotje cheddar dat in zijn mondhoek blijft plakken weg. Ferry pakt haar hand en schudt zijn hoofd.
“Gek wijf dat je daar bent, ik begrijp echt helemaal niets van je.”
“Maar het scheelt je wel veel geld, toch?”
Ze trekt haar hand terug en laat haar vingers geroutineerd het papiertje van haar tweede cheeseburger openen. Wat had ze er eigenlijk van verwacht? Dat Sergio zich op een dienblad aan haar zou openbaren? Dat hij huis en haard zou verlaten om met haar… Ze staart naar haar Fer, zijn inhammen glimmen van de uitgezakte gel.
“Laat je haar ook maar weer groeien. Staat je beter.”
“Je kan zeggen wat je wil, maar dat gelei-spul was best lekker. Of was het die miso-nog-wat? Ach, wat dondert het. Maar volgende keer nemen we gewoon weer de Mac bij ons om de hoek, oké?”
Ze knikt.
“Ik hou van je.”
Als haar tanden zich in het broodje boren, voegt ze daar geluidloos aan toe: Mijn Sergio…


Schrijfkring, december 2017

Opdracht: schrijf een verhaal over verwachtingen.

Spookkasteel

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *